Antwoord: de werknemer heeft anders mogelijk recht op betaling van één maandsalaris.
Een werkneemster van een tandartsenpraktijk heeft een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Als de arbeidsovereenkomst bijna afloopt laat zij aan de werkgever weten dat ze vanaf volgende maand niet meer komt werken. Vervolgens vraagt ze de werkgever om een vergoeding voor het niet opzeggen van de arbeidsovereenkomst.
De werkgever wil geen vergoeding betalen. Hij heeft tijdens een kort overleg werkneemster contractverlenging aangeboden en zij is daarmee akkoord gegaan. Werkneemster kiest er nu zelf voor om te stoppen, aldus de werkgever.
Volgens werkneemster waren de gesprekken over de verlenging nogal onduidelijk, daarom heeft ze net voor het aflopen van de arbeidsovereenkomst laten weten dat ze stopt: ze heeft een nieuwe baan.
Volgens het hof moet een werkgever ter voorkoming van onduidelijkheden schriftelijk laten weten of een arbeidsovereenkomst wordt verlengd of niet. In de wet staan de woorden ‘al dan niet’. De werkgever moet dus in beide gevallen zijn voornemen op papier zetten. De werkgever moet dus de vergoeding betalen, ondanks dat het mogelijk onterecht voelt, aldus het hof.
“Het hof begrijpt dat het voor […], indien zou worden uitgegaan van de door haar geschetste gang van zaken, onterecht voelt dat zij de vergoeding verschuldigd is, omdat in dat geval de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet door haar toedoen, maar door toedoen van [verweerder] is geëindigd.”