Bij de Provincie

Bij de Provincie

Bij reorganisaties wordt met ingang van 1 januari 2018 het driefasen model in acht genomen. Gedeputeerde Staten hebben onder meer in het hoofdstuk van de CAO Provinciale Sector nadere regels vastgesteld omtrent de te volgen procedure bij reorganisaties en omtrent de personele gevolgen van reorganisaties voor zover deze niet strijdig zijn met het driefasen model. De werknemer valt in fase III van het driefasen model, als zijn functie door een reorganisatie vervalt én tevens voor hem geen zicht is op een andere passende functie binnen de organisatie als uitkomst van het reorganisatieproces. De werknmer in fase III heeft recht op een traject Van Werk naar Werk (traject VWNW). Gedeputeerde Staten maken bij een reorganisatie waar provinciale taken aan een andere of nieuwe werkgever worden uitbesteed of overgedragen afspraken over overname van ambtenaren en over de condities van overgang van deze ambtenaren.

Over de procedure
Bij herplaatsing geldt het beginsel dat de werknemer (waar mogelijk) zijn taak volgt. In overleg met de vakbonden kan afgesproken worden dat de interne herplaatsingsprocedure en het traject VWNW in deze situatie kan komen te vervallen. De termijn van het traject VWNW is maximaal 24 maanden of zoveel korter als nodig is. De werknemer en zijn leidinggevende leveren beide een actieve bijdrage aan de uitvoering van het traject VWNW. De inspanningen zijn gericht op plaatsing in of aanvaarding van een passende functie. Deze passende functie kan zowel binnen als buiten de provinciale organisatie zijn. Het traject VWNW start op de dag waarop de herplaatsbaar verklaring volgens het herplaatsingsbesluit ingaat. De noodzakelijke kosten van het traject VWNW worden door de provincie betaald. De ambtenaar heeft in ieder geval 20% van zijn aanstellingsomvang beschikbaar voor VWNW-activiteiten.

Over het onderzoek
De werknemer en zijn leidinggevende kunnen bij het onderzoek een gecertificeerde loopbaanadviseur inschakelen. Het onderzoek kan voor de start van het traject VWNW beginnen. De werknemer en zijn leidinggevende onderzoeken samen ten behoeve van het traject VWNW:

  • De wensen en ontwikkelingsmogelijkheden van de ambtenaar binnen en buiten de organisatie;
  • De kansen van de ambtenaar op de regionale arbeidsmarkt;
  • De kansen van de ambtenaar bij andere organisaties die bij het ABP zijn aangesloten.

Het onderzoek wordt uiterlijk een maand na de start van het traject VWNW afgerond. Binnen drie maanden na afronding van het onderzoek, maken de ambtenaar en zijn leidinggevende afspraken over het traject VWNW en leggen zij dit vast in een VWNW-contract. Het VWNW-contract bevat zoveel mogelijk SMART geformuleerd de doelen, de voorzieningen die nodig zijn om deze te bereiken, de flankerende instrumenten die ingezet worden, de sollicitatie-inspanningen, de werkzaamheden die verricht worden door de werknemer en andere noodzakelijke afspraken.

Over het VWNW-contract
De werknemer en zijn leidinggevende hebben elke drie maanden, of zoveel vaker als zij afspreken, een gesprek over de voortgang en de resultaten van de afspraken in het VWNW-contract en leggen dit schriftelijk vast. Het VWNW-contract wordt indien nodig aangepast. Als de werknemer en de leidinggevende deze regeling of de afspraken in het VWNW-contract verschillend interpreteren dan praten ze hierover, gericht op het bereiken van verbetering of overeenstemming. Als de werknemer of de leidinggevende vindt dat de ander zich niet houdt aan deze regeling of de afspraken in het VWNW-contract dan spreken ze elkaar hierop aan, gericht op het bereiken van verbetering of overeenstemming. Als de werknemer en de leidinggevende er samen niet uitkomen, dan kan zowel de werknemer als de leidinggevende het probleem voorleggen ter bemiddeling of advisering aan de paritaire commissie Van Werk Naar Werk.

Over verlenging van het traject
Als na 12 maanden het traject VWNW nog niet succesvol is afgerond en er nog geen zicht is op succes, of als eerder blijkt dat de afspraken niet werken, schakelen de ambtenaar en zijn leidinggevende een gecertificeerde loopbaanadviseur in. Deze brengt binnen één maand advies uit over de invulling van het vervolg van het traject VWNW. Gedeputeerde Staten verlengen het traject VWNW als ernstige persoonlijke omstandigheden bij de ambtenaar of bij het traject VWNW hiertoe aanleiding geven. Gedeputeerde Staten verlengen het traject VWNW als de leidinggevende zich niet houdt aan deze regeling of de afspraken in het VWNW-contract en dit consequenties heeft voor het verloop van het traject VWNW.

Over het einde van het traject
Het traject VWNW eindigt op het moment dat de werknemer, al dan niet in deeltijd, een andere functie of opdracht binnen of buiten de organisatie aanvaardt, dan wel op grond van ontslag op eigen verzoek of ontslag om een andere reden. Het traject VWNW eindigt als de werknemer een aangeboden passende functie of opdracht binnen of buiten de organisatie weigert. Het traject VWNW kan worden beëindigd als de werknemer zich niet houdt aan de afspraken in deze regeling of in zijn VWNW-contract. Gedeputeerde Staten verlenen als het traject VWNW eindigt anders dan door afloop of wegens het aanvaarden van of plaatsing in een functie de werknemer reorganisatieontslag met ingang van de dag na de dag waarop het traject VWNW is beëindigd zonder recht op een aanvullende voorziening bij werkloosheid.

Bovenwettelijke uitkering(en)
Werknemers kregen in het verleden bij een niet-verwijtbaar ontslag zogenaamd wachtgeld. Deze wachtgeldregeling is echter in 2001 binnen de overheid afgeschaft. Tegenwoordig vallen ambtenaren gewoon onder de Werkloosheidswet (WW). Echter, het wachtgeld is niet in zijn geheel verdwenen maar is op een andere manier ingevuld in bovenwettelijke uitkeringen:

  • Aanvullende uitkering
    De aanvullende uitkering geeft recht op een aanvulling tijdens de duur van een WW-uitkering. Verkrijgen van een WW-uitkering is dus een vereiste voor het krijgen van een aanvullende uitkering. De hoogte van de uitkering verschilt per overheidssector en afhankelijk van leeftijd en diensttijd, maar dit  is meestal 80% van het (ongemaximaliseerde) dagloon ofwel van het laatst verdiende salaris. De duur van de uitkering kan ook per sector verschillen, maar de uitkering loopt net zo lang als de WW-uitkering.
  • Nawettelijke uitkering
    De nawettelijke uitkering geeft recht op een uitkering na afloop van de aanvullende uitkering en na afloop van de WW-uitkering. Om een aansluitende uitkering te verkrijgen moet de weknemer recht hebben op een WW-uitkering en moet er sprake zijn van een bepaalde ontslagreden. Deze ontslagredenen verschillen per overheidssector, maar meestal is dit ontslag op grond van: reorganisatie, disfunctioneren, arbeidsongeschiktheid of wegens andere gronden. De duur van de uitkering is afhankelijk van de leeftijd en de diensttijd. De hoogte komt in de meeste gevallen neer op 70% van het ongemaximaliseerde dagloon ofwel het laatst verdiende loon.

 

Print of deel dit artikel online