De werkgever kan de kantonrechter verzoeken om ontslag als sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter zal in dat geval beoordelen of van de werkgever niet mag worden verwacht om de arbeidsovereenkomst met de werknemer voort te zetten. De werkgever mag de verstoring uiteraard bij een verzoek niet zelf hebben veroorzaakt. Daarnaast moet de werkgever aantonen dat alles is geprobeerd om de arbeidsverhoudingen te normaliseren, bijvoorbeeld door middel van het aanbieden van mediation.
Een bekend voorbeeld
Een werknemer werkt al vele jaren naar tevredenheid. Hij heeft een goede relatie met zijn chef of directeur met wie hij kan ‘lezen en schrijven’. Dan komt het moment dat de chef of directeur de organisatie verlaat en werknemer geconfronteerd wordt met een nieuwe leidinggevende. Deze laatste heeft een geheel andere visie over het functioneren van werknemer. Aan werknemer deugt plots niets meer. Hij zou zijn werk niet goed doen, niet flexibel zijn, enzovoorts. Een conflict is geboren. Werknemer en zijn nieuwe leidinggevende kunnen niet door één deur. De nieuwe leidinggevende wil de werknemer ontslaan zodat hij voortaan met ‘zijn eigen mensen’ kan werken. In de praktijk blijkt dat de werknemer in dit soort gevallen vaak moet wijken, maar niet altijd of niet zonder ontslagvergoeding. Aan ontslag wegens een verstoorde arbeidsrelatie worden namelijk eisen gesteld, waarover hieronder meer. Werkgever (en/of werknemer) moet(en) de kantonrechter in ieder geval uitleggen: