Aanzegplicht

Aanzegplicht

Onder de Wet arbeidsmarkt en balans moet een werkgever, uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, de werknemer schriftelijk informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. De aanzegplicht geldt dus zowel voor het wel voorzetten als het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. De werkgever moet aangeven onder welke voorwaarden de voortzetting gebeurt. Voldoet de werkgever niet aan deze verplichting, dan dient hij een vergoeding ter hoogte van het loon over een maand te betalen aan de werknemer. De vergoeding wordt naar rato van de vertraging vastgesteld. Dit betekent dat als een werkgever een week te laat is met aanzeggen, dan moet hij nog een vergoeding ter hoogte van één week loon uitbetalen. De vordering voor de werknemer vervalt drie maanden na de dag waarop de aanzegplicht is ontstaan, dit is dus twee maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst.

Print of deel dit artikel online