Veranderingen voor payrolling door de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab)
Home » Actueel » Veranderingen voor payrolling door de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab)

Veranderingen voor payrolling door de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab)

30 mei 2022

Vanaf 1 januari 2020 zijn de regels rondom payroll veranderd door de nieuwe Wet arbeidsmarkt in balans. Het doel van de Wab is om vast werk aantrekkelijk te maken en payroll minder aantrekkelijk. Ook maakt de Wab meer onderscheid tussen payrolling en uitzendovereenkomsten. Wat er precies voor payroll is veranderd, wordt in dit artikel uitgelegd.

Payrolling

Bij payrolling geeft een werkgever (de payrollwerkgever) de verplichtingen van het werkgeverschap uit handen aan het payrollbedrijf. Het payrollbedrijf neemt dan het werkgeverschap van de werknemers over. Met de inwerkingtreding van de Wab is er vanaf 1 januari 2020 sprake van payrolling als:

  1. De payrollwerkgever niet zelf de allocatiefunctie vervult. De werkgever mag niet zelf vraag en aanbod bij elkaar brengen. Dit is wel toegestaan bij uitzendovereenkomsten waar een uitzendbureau uitzendkrachten werft op basis van de vraag naar arbeid;
  2. De werknemer kan alleen met toestemming van de werkgever ergens anders worden geplaatst.

Op grond van de Wab zijn werknemers, die onder een payrollbedrijf vallen, niet meer automatisch payrollers. Vanaf 2020 wordt per individuele arbeidsovereenkomst gekeken of deze aan de nieuwe definitie van payrolling voldoet.

Betere arbeidsvoorwaarden

Vanaf 2020 hebben payrollers het recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers, zoals recht op vakantiedagen, verlofregelingen, scholingsregelingen, enzovoorts. Ook hebben payrollers recht op een beter pensioen. Het recht op pensioen is vanaf 1 januari 2021 in werking getreden. Het payrollbedrijf kan op twee manieren zorgen voor een adequate pensioenregeling:

  1. Payrollers gaan meedoen met de pensioenregeling van de inlener waar zij werken;
  2. Het payrollbedrijf treft een eigen pensioenregeling. Dit is alleen mogelijk als de payroller vanaf de eerste werkdag pensioen opbouwt, de pensioenregeling ook een nabestaandenpensioen regelt, en de premie die de werkgever betaalt ten minste gelijk is aan de normpremie. De normpremie is in de wet vastgelegd en wordt elk jaar berekend op basis van de gemiddelde werkgeverspremie bij alle pensioenfondsen in Nederland.

Verder kan er geen gebruik meer worden gemaakt van een uitzendbeding. Het is niet meer toegestaan om af te spreken dat in de eerste zes maanden van de payrollovereenkomst geen aanspraak op loon bestaat als de payroller niet werkt.

Overgangsrecht

Payrollovereenkomsten die vóór 1 januari 2020 zijn gesloten, blijven gelden. Wel krijgen alle payrollers, ongeacht wanneer de payrollovereenkomst is gesloten, dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers. Wanneer een nieuwe overeenkomst na 1 januari 2020 wordt gesloten, gaan de regels voor tijdelijke contracten gelden. Dit betekent dat een werkgever een payroller maximaal drie tijdelijke contracten mag geven in drie jaar tijd, tenzij in de CAO een langere looptijd is vastgelegd. Na die drie tijdelijke contracten moet de werkgever een vast contract aanbieden. Payrollers met een vast contract genieten dan dezelfde ontslagbescherming als werknemers.

Mocht u vragen hebben over wat voor u de gevolgen zijn van de Wab op payrolling, of heeft u andere vragen over payrolling, dan kunt u altijd contact met ons opnemen!

Print of deel dit artikel online