Ontslag voor ambtenaren in het kader van de Wet normalisering rechtpositie ambtenaren (Wnra)
Home » Actueel » Ontslag voor ambtenaren in het kader van de Wet normalisering rechtpositie ambtenaren (Wnra)

Ontslag voor ambtenaren in het kader van de Wet normalisering rechtpositie ambtenaren (Wnra)

10 november 2016

Het kan verkeren! Dat bleek op 8 november 2016 toen de 1e kamer het wetsvoorstel Normalisatie Rechtspositie Ambtenaren aannam.

Op 14 juli 2015 schreven wij in de Nieuwsberichten (op de website van OWL) dat het nieuwe ontslagrecht onder de WWZ gelinkt zou kunnen worden aan de systematiek, die voor ambtenaren geldt. Vandaag (10 november 2016) weten wij dat met het nieuwe ontslagrecht (als gevolg van de WWZ) voor ‘gewone’ werknemers, een basis is gelegd voor de ambtenaren, die per 1 januari 2020 onder hetzelfde stelsel van het ontslagrecht in Boek 7 BW gaan vallen.

In publicaties is te lezen dat de totstandkoming van de Wnra een langdurig proces is geweest. In 2001 werd met de Normalisering van de Sociale Zekerheid voor overheidspersoneel de eerste stap gezet. Alsdan werd de Werkloosheidswet op overheidspersoneel van toepassing.

Thans, 15 jaar later, wordt er opnieuw een forse stap gezet. In beginsel is er voorafgaand aan een WW-uitkering sprake van ontslag. Dit ontslag van ambtenaren wordt met de Wnra genormaliseerd. Dat betekent dat het overgrote deel van het overheidspersoneel voor wat betreft het ontslag wordt geconfronteerd met de Wet Werk en Zekerheid (WWZ), die juli vorig jaar werd ingevoerd.

De Wnra heeft onder meer gevolgen voor de wijze waarop in de nieuwe situatie ‘bezwaar’ tegen ontslag moet worden gemaakt door ambtenaren. Het bestuursrecht wordt ingeruild voor het privaatrecht. Dat levert een heel andere procedure dus.

Duidelijk is dat onze regering heeft geconstateerd dat de invoering van de volgende stap van normalisering veel voeten in de aarde heeft. Reden waarom de overheid en haar personeel ruim 3 jaar wordt gegund om te komen tot de genormaliseerde rechtspositie.

Overigens valt in beginsel niet te verwachten dat harmonisatie ook gaat gelden voor de gevolgen van ontslag. Voor bijvoorbeeld personeel in dienst van de rijksoverheid en gemeenten geldt nu soms in concrete situaties een ’opzegtermijn’ van maximaal twee jaar als er sprake is van boventalligheid. Daarenboven geldt in beginsel voor het overheidspersoneel de mogelijke aanspraak op na wettelijke uitkeringen en reparatie van de duur van de WW naar 36 maanden. Dit onderscheid tussen de ambtenaar en de gewone werknemer zal, neergelegd in een nieuwe ‘Cao voor ambtenaren’ niet verloren gaan.

Print of deel dit artikel online