Voor de invoering van de WWZ (Wet Werk en Zekerheid) hebben wij u door middel van handreikingen voorbereid op de veranderingen in het arbeidsrecht. Inmiddels zijn we ruim een jaar verder en kunnen we terugblikken op deze veranderingen. Heeft de WWZ uitgepakt zoals verwacht en wat is er veranderd voor werkgevers? We blikken terug op de 8 vragen uit de eerder geschreven handreikingen kijken we vooruit. De eerste twee vragen die we voor de invoering van de WWZ behandelden waren:
Dossieropbouw
Wij schreven eerder over het belang van het personeelsdossier en gaven daarbij drie handvaten:
Inmiddels is uit de rechtspraak gebleken dat deze punten inderdaad van belang zijn voor een goed personeelsdossier. Ontslag op basis van disfunctioneren is bijvoorbeeld na invoering van de WWZ enkel nog mogelijk indien er een goed dossier is waaruit blijkt dat er sprake is van disfunctioneren en waaruit blijkt dat dit met de werknemer is besproken en samen is gekeken naar mogelijkheden tot verbetering (verbetertraject). Ook kantonrechters oordelen in deze lijn. De kantonrechter te Limburg heeft op 11 april 2016 een uitspraak gedaan die een goede weergave geeft van het belang van dossieropbouw bij disfunctioneren.[1] In zijn uitspraak vermeldt hij dat indien een werkgever van mening is dat een werknemer onvoldoende functioneert, de werkgever aan de werknemer in kwestie duidelijk dient te maken in een of meerdere, bij voorkeur schriftelijk vast te leggen functioneringsgesprekken, waarbij de werkgever concreet aangeeft op welke punten het functioneren van de werknemer verbetering behoeft. Met deze uitspraak is het belang van de drie genoemde handvaten onderstreept. Met name het aanbieden van begeleiding en/of coaching lijkt voor kantonrechters een voorwaarde bij disfunctioneren. Het vastleggen van deze begeleiding/coaching is dan een belangrijke voorwaarde om aan te tonen als werkgever dat je hieraan hebt voldaan.
Scholingsverplichting
Naast een goed dossier is ook de scholingsverplichting van belang bij disfunctioneren van een werknemer. De scholingsverplichting is met de invoering van de WWZ wettelijk vastgelegd en is daarmee niet enkel bij disfunctioneren van belang maar is een algemene verplichting voor de werkgever. Dit wil zeggen dat de werkgever verplicht is om werknemers scholing aan te bieden. De manier van scholing en de frequentie zal individueel moeten worden vastgesteld. Aan de hand van onderstaande richtlijnen kunt u als werkgever voldoen aan de algemene scholingsplicht.
De juristen van OWL Juridisch Advies merken op dat er in de praktijk weinig gebruik wordt gemaakt van de studieovereenkomst. Dit kan tijdens het volgen en na het afronden van de scholing voor problemen zorgen ten aanzien van de kosten. Een verschil van mening over de opleidingskosten of beëindiging van het dienstverband tijdens of vlak na de scholing zorgt dan voor problemen. Een studieovereenkomst kan u als werkgever kosten besparen.
Heeft u vragen over het bovenstaande dan kunt contact opnemen met OWL Juridisch Advies. Wij helpen u graag met het uitwerken van praktische zaken. Heeft u bijvoorbeeld een studieovereenkomst die u wilt laten checken of wilt u weten welke scholingskosten u in mindering kan brengen op de transitievergoeding neem gerust contact op.
[1] Lees de uitspraak hier.