Update wet DBA
Home » Actueel » Update wet DBA

Update wet DBA

15 februari 2018

Sinds 1 mei 2016 geldt de wet DBA (wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties), deze wet is echter tot op heden niet gehandhaafd. Kort gezegd betekend dit dat zowel opdrachtgevers als zzp’ers geen boetes of naheffingen ontvangen als ze zich niet aan de wet houden.

Inmiddels heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer Koolmees, de Tweede Kamer geïnformeerd over de nieuwe plannen rondom de wet DBA. Deze wet zal worden vervangen. De minister streeft naar specifieke maatregelen, bedoeld voor zzp’ers met een laag uurloon en zzp’ers met een hoog uurloon, alsmede de opdrachtgeversverklaring per 1 januari 2020 in werking te laten treden. Deze opdrachtverklaring kan verkregen worden na het invullen van een (nog te ontwikkelen) webmodule. Omdat het gaat om lastige wetgeving worden verschillende partijen betrokken bij het uitwerken van de wetgeving. De minister is ambitieus en streeft naar inwerkingtreding per 1 januari 2020.

De handhaving van de wet DBA was eerder uitgesteld tot juli 2018 en is nu wederom uitgesteld tot 1 januari 2020. Tot die tijd is er dus geen sprake van boetes of naheffingen van de belastingdienst. Enkel bij kwaadwillenden zal de belastingdienst wel handhavend optreden.

Op dit moment worden onder kwaadwillenden verstaan: opdrachtgevers en zzp’ers die opereren in een context van opzet, fraude of zwendel. Door de belastingdienst wordt uitgelegd dat er bij deze gevallen sprake is van listigheid, valsheid of samenspanning en situaties die leiden tot ernstige concurrentievervalsing, economische of maatschappelijk ontwrichting of waarin het risico aanwezig is van uitbuiting hiervan uitgezonderd. Het gaat hier dan om ernstige gevallen.

Tot 1 januari 2020 zal de belastingdienst handhaven in alle gevallen van kwaadwillendheid. De belastingdienst zal daarvoor moeten bewijzen dat er sprake is van:

  • Een (fictieve) dienstbetrekking
  • Evidente schijnzelfstandigheid
  • Opzettelijke schijnzelfstandigheid

Er is sprake van een (fictieve dienstbetrekking) indien er sprake is van arbeid, loon en gezag. Voor meer informatie hierover verwijzen wij naar de Handreiking beoordelingskader overeenkomsten arbeidsrelaties (Handreiking DBA)[1]. Bij evidente en opzettelijke schijnzelfstandigheid zal de belastingdienst moeten bewijzen dat de schijnzelfstandigheid heel duidelijk is en dat er sprake is van bewuste schijnzelfstandigheid.
Nieuwe wetgeving moet zorgen voor meer duidelijkheid rondom de arbeidsrelatie van opdrachtgevers en zzp’ers. Uiteraard houden wij u op de hoogte ten aanzien van de ontwikkeling rondom de nieuwe wetgeving.

[1] Klik hier voor de Handreiking DBA

Print of deel dit artikel online