Maakt de ingediende payrollwet een einde aan payrolling?
Home » Actueel » Maakt de ingediende payrollwet een einde aan payrolling?

Maakt de ingediende payrollwet een einde aan payrolling?

20 december 2017

Momenteel wordt er veel gebruik gemaakt van payrolling, de op 23 november jl. ingediende payrollwet[1] zou hier wel eens een einde aan kunnen maken.

Vooral kleine bedrijven die zich niet bezig willen houden met alle administratieve handelingen omtrent het personeel, kiezen vaak voor payrolling. Het payroll bedrijf wordt juridisch werkgever en is vervolgens verantwoordelijk voor de loonbetaling, het opstellen van de arbeidsovereenkomst, verzekering voor arbeidsongeschiktheid, de ontslagprocedure enzovoort. Uiteraard betaal je hier als werkgever wel voor. Momenteel wordt payrolling echter ook veel gebruikt door grote(re) bedrijven om met goedkopere arbeidskrachten concurrentievoordeel te behalen. De payrollwerknemer heeft slechtere arbeidsvoorwaarden dan zijn collega’s met een normaal arbeidscontract ook al doen zij hetzelfde werk. Deze vorm van misbruik wil de regering tegengaan. Vanwege de negatieve effecten voor werknemers maakt de rijksoverheid per 1 mei 2016 geen gebruik meer van payrolling.

Onlangs oordeelde de Hoge Raad[2] dat payrolling en uitzending praktisch hetzelfde zijn. Bij uitzenden hoeft het niet (meer) perse te gaan om het bij elkaar brengen van een werknemer en opdrachtgever. Nu de Hoge Raad heeft geoordeeld dat payrolling en uitzending praktisch hetzelfde zijn, mogen payrollwerkgevers op dit moment ook gebruik maken van de uitzend-cao. Gevolg is dat bijvoorbeeld afgeweken mag worden van de ketenregeling waardoor een werknemer veel minder snel een vast contract krijgt.

Zo kunnen payrollwerkgevers op dit moment werknemers voor ten hoogste vier jaar of op basis van ten hoogste zes arbeidsovereenkomsten te werk stellen voordat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Dit maakt payrolling voor veel werkgevers aantrekkelijk. Voor een normale werkgever is het namelijk slechts mogelijk om drie arbeidsovereenkomsten aan te bieden binnen twee jaar. Na twee jaar is er sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, dit geeft voor veel werkgevers op dit moment problemen.

De Hoge Raad gaf tegelijkertijd in haar arrest al aan dat het aan de wetgever is om grenzen te stellen. In de nieuwe payrollwet worden deze grenzen dan ook gesteld Zo geeft het wetsvoorstel een arbeidskracht, die in het kader van payrolling ter beschikking wordt gesteld, recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als die gelden voor werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de werkgever. Ook mag er niet meer worden afgeweken van de ketenregeling.

De wijzigingen uit het wetsvoorstel zorgen ervoor dat veel voordelen van payrolling voor werkgevers wegvallen. Naar onze mening zal payrolling hiermee niet verdwijnen maar zal een werkgever wel moeten afwegen of de enkele voordelen die payrolling straks nog geeft, opwegen tegen de hoge prijs die hij moeten betalen voor de diensten van de payrollwerkgever.

[1] Klik hier voor de ingediende payrollwet
[2] Klik hier voor de uitspraak van de Hoge Raad

Print of deel dit artikel online